showcase
Waarde van conflict in energietransitie
Omarm conflicten. Niet alleen komen ze als een boemerang terug als je ze negeert, je kunt er ook waardevolle informatie mee verkrijgen. En in een democratie zijn conflicten inherent aan grote maatschappelijke projecten, aangezien iedereen er zeggenschap over heeft. Dat betogen de onderzoekers van het bijna afgeronde NWO-MVI-project RESPONSE.
In het RESPONSE-project richtte een team van filosofen, antropologen, ingenieurs en economen en bestuurskundigen hun blik op botsende waarden en belangen bij projecten in het kader van de energietransitie, zoals de installatie van wind- of zonneparken. Ze wilden begrijpen hoe deze conflicten ontstaan en hoe ermee wordt omgegaan. ‘Een conflict is in wezen een vorm van value assessment. Door conflicten te analyseren, ontdek je welke waarden er voor wie op het spel staan. En met die kennis kun je meer inclusieve besluitvormingstrajecten ontwerpen,’ vertelt projectleider Eefje Cuppen van de Universiteit Leiden.
‘Conflicten worden vaak beschouwd als iets wat je moet vermijden,’ legt RESPONSE-onderzoeker Behnam Taebi van de Technische Universiteit Delft uit. ‘Maar dat kan juist totaal averechts uitpakken. Kijk naar het schaliegasdebat. Dat begon als een conflict op het niveau van twee gemeentes, en leidde uiteindelijk tot een nationaal moratorium op het winnen van schaliegas. Als men hier eerder burgers bij had betrokken was het sneller duidelijk geweest dat mensen niet zozeer bang waren voor seismische activiteit, waar de projectontwikkelaars hun risico assessment vooral op hadden gericht, maar dat men überhaupt vraagtekens had bij de wenselijkheid van schaliegas als nieuwe energiebron.’
Vertaling van waarde in norm
De onderzoekers constateren dat conflicten eigenlijk nooit over de waarden zelf gaan. Taebi: ‘Iedereen wil veiligheid en meer duurzaamheid. Het conflict ontstaat in de vertaling van zo’n waarde naar een norm. Wat bedoelen de verschillende partijen met veiligheid? Gaat dat over het voorkomen van seismische activiteit, of willen mensen juist meer informatie krijgen over eventuele gevolgen voor de waterkwaliteit? Beleidsmakers hebben er belang bij om meer kennis te hebben van dit soort conflicten zodat zij in een ontwerp van een energieproject daar rekening mee kunnen houden.’
De wetenschappers baseerden hun onderzoek op cases uit de praktijk. ‘Een van de cases betrof de komst van windmolens langs de N33 in Drenthe,’ vertelt Cuppen. De onderzoekers zijn naar bewonersavonden geweest, bezochten projectmeetings, bestudeerden ter zake doende documenten en hielden interviews met betrokkenen. In dat conflict, dat begon als een botsing tussen omwonenden en projectontwikkelaars, speelde uiteindelijk ook de institutionele context een rol, vertelt Cuppen. ‘Oorspronkelijk ging het om een aantal losse windmolenprojecten. Die projecten zijn later samengebundeld, waardoor ze in één klap onder de Rijkscoördinatieregeling vielen voor projecten met een nationaal belang. Als gevolg daarvan groeide het uit tot een conflict tussen de betreffende gemeentes en het Rijk.’
Duidelijkheid over inspraakmogelijkheden
De meeste conflicten gaan in essentie over rechtvaardigheid. Worden de kosten en baten eerlijk verdeeld, zijn er eerlijke procedures, en voelen mensen zich erkend als serieuze gesprekspartner? Met name op dat laatste vlak gaat het nog vaak mis, zeggen Cuppen en Taebi. Ook als er uitgebreide mogelijkheden zijn voor inspraak. ‘Burgers krijgen van tevoren vaak geen duidelijkheid over waar ze wel en niet iets over kunnen zeggen, en over in hoeverre hun ideeën en bezwaren nog kunnen leiden tot een aanpassing van de plannen.’
Idealiter zouden projectontwikkelaars van tevoren moeten inventariseren welke waarden er spelen en hoe betrokkenen die zouden kunnen opvatten, adviseert Taebi. ‘En wellicht nog belangrijker: in het proces moet ruimte worden gemaakt voor aanpassingen. In energietransitieprojecten moeten we meer iteratief gaan denken en gevoeligheden technisch proberen te accommoderen.’ De crux zit hem volgens Cuppen in het serieus nemen van inspraak, in alle lagen van de betrokken organisaties. ‘Inspraak moet niet alleen iets zijn van de omgevingsmanager. Tot op het niveau van de betrokken ministeries moeten mensen bereid zijn om plannen te wijzigen als maatschappelijke discussies daar aanleiding toe geven. Uiteindelijk gaat dit soort conflicten niet over windmolens of zonneparken, maar over democratie, en over hoe we de besluitvorming in onze maatschappij geregeld willen hebben,’ concludeert Cuppen.
Variëteit aan vervolgen mogelijk
Er leven er meer dan genoeg ideeën voor vervolgonderzoek. Taebi: ‘Een volgende stap kan zijn om te gaan kijken naar implementatietrajecten. Hoe kun je zo’n discussie over waarden en de daaruit afgeleide normen inbouwen in je ontwerpproces? Hoe kun je adaptief plannen? Hoe kun je conflicterende waarden verwerken in je technisch ontwerp?’ ‘Ik zou graag nog eens dieper willen duiken in de rol van projectontwikkelaars,’ zegt Cuppen. ‘In de literatuur worden zij nog vaak neergezet als een homogene groep, maar de praktijk is meer diffuus en heterogeen. Aan de kant van de uitvoerders zijn ook interne spanningen, bijvoorbeeld tussen de omgevingsmanager en de afdeling juridische zaken. Het zou interessant zijn om te bestuderen hoe die dynamiek in de praktijk werkt.’
Meer informatie:
Projectpagina: RESPonsible innovation: linking formal and infOrmal assessmeNt in deciSion-making on Energy projects (RESPONSE)