showcase
Valorisatiepanel versnelt onderzoek naar aardappelinnovatie
Hoe draagt een nieuwe manier van aardappelveredeling bij aan de wereldvoedselzekerheid, het streven naar duurzaamheid, en de economische levensvatbaarheid van de aardappelsector? Dat was de centrale vraag van het MVI-project POTAREI. ‘Mede door de inzet van het valorisatiepanel hebben we de betekenis en gevolgen van de introductie van hybride veredeling uitvoerig in kaart kunnen brengen.’
De traditionele manier van aardappelveredeling is een proces van lange adem, vertelt projectleider Paul Struik, hoogleraar Gewasfysiologie aan de Wageningen Universiteit. ‘De aardappel is een tetraploïde plant, wat betekent dat van elk chromosoom vier exemplaren aanwezig zijn. Als je nieuwe eigenschappen vanuit een wilde soort wilt inkruisen, duurt het lang voordat je een zuiver, nieuw ras hebt verkregen.’
Van vier naar twee
Het Nederlandse bedrijf Solynta ontwikkelde zogeheten diploïde inteeltlijnen van de aardappel die van elk chromosoom er nog maar twee hebben. Hiermee wordt hybride veredeling mogelijk. ‘Hybride veredeling heeft een aantal belangrijke consequenties,’ benadrukt Struik. ‘Op de eerste plaats gaat de veredeling vele malen sneller, waardoor je bijvoorbeeld het doorbreken van resistentie door ziekteverwekkers voor kunt blijven. Ten tweede wordt de teelt zelf anders: je werkt met aardappelzaad in plaats van met pootgoed. Je levert telers dus een heel ander uitgangsmateriaal aan. Dat beïnvloedt de hele aardappelketen.’
In veel landen is de logistiek van aardappels lastig, aldus Struik. Zaad kun je veel makkelijker en goedkoper naar afgelegen gebieden brengen dan pootgoed. En voor kleine boeren in ontwikkelingslanden is het heel interessant als nieuwe rassen minder gevoelig zijn voor ziekten, aangezien zij vaak geen middelen hebben om ziekten te bestrijden. Tegelijk betekent een omschakeling van pootgoed naar zaad een forse verandering voor de dagelijkse praktijk van de gehele aardappelketen.
Het POTAREI-project onderzocht verschillende mogelijke toekomstscenario’s voor hybride aardappelveredeling en de daarmee samenhangende landbouwkundige en maatschappelijke gevolgen. Hoe ga je aardappelzaad gebruiken in de teelt en wat moet je dan anders doen dan met knollen? Wat betekent dat voor de bijdrage van hybride aardappelveredeling aan voedselzekerheid, duurzaamheid en de levensvatbaarheid van de Nederlandse aardappelsector? Welke lessen kunnen we daarbij leren voor de verschillende betrokkenen in de sector en het overheidsbeleid? Het rapport waarin het Rathenau Instituut drie van deze scenario’s beschreef, kreeg breed aandacht.
‘Maak zoveel mogelijk gebruik van de expertise van de panelleden. Dat levert absoluut meerwaarde op voor je onderzoek’
Belangrijke rol voor valorisatiepanel
Het bij dit project betrokken valorisatiepanel speelde een belangrijke rol, vertelt Struik. ‘De leden waren zonder uitzondering heel enthousiast, kundig en betrokken. Ook tussen de vergaderingen door was er veelvuldig contact tussen individuele onderzoekers en individuele panelleden. De onderzoekers zijn bij een aantal van hen op bezoek geweest om hen te bevragen hoe de sector in elkaar steekt en hoe aardappelteelt uit zaad eruit zou kunnen gaan zien. De panelleden maakten ook deel uit van de groep betrokkenen die we hebben geïnterviewd ter voorbereiding op de toekomstscenario’s, en zij namen actief deel aan de scenarioworkshops die we hebben georganiseerd.’
Deze betrokkenheid hebben de onderzoekers in het project als zeer positief ervaren, vertelt Struik. ‘Het panel gaf ons het gevoel dat we begrepen werden door de sector, en hield ons scherp in het onderscheiden van hoofd- en bijzaken. Bovendien zorgden de panelleden ervoor dat de onderzoekers zonder agrarische achtergrond snel werden ingewijd in de dagelijkse praktijk van de aardappelwereld. Dat heeft zich uitbetaald in meer diepgang in het project.’
Waar de aardappelsector aanvankelijk sceptisch stond tegenover de introductie van hybride veredeling, raakte het idee gedurende de looptijd van het project meer in zwang. ‘Als MVI-onderzoekers zaten wij middenin deze ontwikkeling. Door dit project is Solynta zich bewust gebleven van de maatschappelijke verantwoordelijkheid en is men explicieter gaan nadenken over het spanningsveld dat ontstaat bij Maatschappelijk Verantwoord Innoveren. Daarnaast zijn zij zich nog meer bewust geworden van de noodzaak van de juiste externe communicatie.’
Lessen over optimale samenwerking
Terugkijkend ziet Struik een aantal generieke lessen over hoe onderzoekers optimaal kunnen samenwerken met een valorisatiepanel: ‘Het is cruciaal om zo snel mogelijk een gevoel van wederzijds begrip te kweken. Het helpt als je de leden sterk bij het onderzoeksproces betrekt en als continue bron van kennis gebruikt. Door hun feedback ook direct in je onderzoek te verwerken, bouw je aan wederzijds vertrouwen. Mijn voornaamste tip aan collega-wetenschappers zou zijn: maak zoveel mogelijk gebruik van de expertise van de panelleden. Dat levert absoluut meerwaarde op voor je onderzoek.’