showcase
Ruimte voor creatief en vernieuwend MVI-onderzoek
Medio juli opent de ECCM MVI Top-Up call: een nieuwe call die alfa- en gammawetenschappers oproept om een samenwerking aan te gaan met zes onlangs aangestelde tenure track onderzoekers op het terrein van Elektrochemische Conversie en Materialen (ECCM). Lid van de programmacommissie Eefje Cuppen, hoogleraar Governance of Sustainability aan de Universiteit Leiden, vertelt over doel en opzet ervan.
‘Al vanaf de start van het programma Elektrochemische Conversie en Materialen was het de bedoeling dat er ook MVI onderzoek gedaan zou worden,’ vertelt Cuppen. ECCM maakt het mogelijk om energie uit elektriciteit op te slaan in chemische verbindingen, zoals bijvoorbeeld waterstof. De nieuwe Top-Up call integreert de MVI-aanpak in dit ECCM tenure track programma.
Concreet houdt dit in dat er eerst een ronde is geweest binnen het ECCM-programma, waar in zes gepromoveerde onderzoekers uit binnen- en buitenland tenure track posities hebben verworven bij een Nederlandse gastinstelling. Deze zes tenure trackers gaan vervolgens binnen de binnenkort te openen ‘ECCM MVI Top-Up call’ een samenwerking aan met alfa- en gammawetenschappers om invulling te geven aan de maatschappelijke aspecten van hun onderzoek.
Samen tot ideeën komen
In hun voorstel hebben de zes tenure trackers zelf beschreven wat de MVI-component in hun onderzoek zou kunnen zijn, vertelt Cuppen. Middels een digitale matchmaking op de programmapagina zullen ze hun plannen presenteren, en kunnen geïnteresseerde alfa- en gammaonderzoekers met hen in contact komen om samen te zoeken naar de ruimte voor vernieuwend, interdisciplinair onderzoek.
Product en proces
Zelf ziet ze mogelijkheden genoeg. ‘Je kunt een onderscheid maken tussen het product waar een project naartoe werkt, en het proces dat de tenure trackers daarvoor gebruiken. Wat is hun “practice of doing research”, en wat betekent die voor de manier waarop zij hun onderzoek sturen richting toekomstige technologieën? Iedere aanpak bevat impliciete aannames over welk probleem je eigenlijk probeert op te lossen. Voor MVI-onderzoekers kan het interessant zijn om die impliciete aannames te onderzoeken, in kaart te brengen welke diversiteit aan ideeën er bestaat over zo’n probleem, en tot welke keuzes verschillende visies leiden in het ontwikkeltraject.’
Het belang van MVI-onderzoek voor dit type technische ontwikkelingen is duidelijk, zegt Cuppen. ‘Als je als bètaonderzoeker claimt iets te doen dat maatschappelijk relevant is, dan moet je de maatschappelijke aspecten ook wel vanaf het begin meenemen in je onderzoek. Nog te vaak worden pas na afloop van een ontwikkeltraject negatieve effecten zichtbaar op mensen, leefomgeving of waarden als democratie en rechtvaardigheid. Door vanaf het begin verschillende visies mee te nemen, krijg je betere innovaties die beter landen in de maatschappij.’
Open blik
Vanuit haar eigen ervaring met MVI-onderzoek heeft Cuppen nog wel een advies aan de alfa- en gammaonderzoekers die geïnteresseerd zijn in deze samenwerking: ‘Ga met een open blik en vizier in gesprek met mensen met een totaal andere achtergrond. Deze zes tenure trackers hebben zelf al in hun subsidieaanvraag een paragraaf geschreven over de mogelijkheden die zij zien voor MVI-onderzoek. Dat betekent dat ze het belangrijk vinden, en er al over hebben nagedacht. Ga kijken waar je van elkaar kunt leren, laat je inspireren, en kom zo samen tot nieuwe dingen die niemand eerder heeft bedacht. Ik zou het persoonlijk erg tof vinden als dit programma echt zou kunnen leiden tot nieuwe, waarlijk interdisciplinaire benaderingen. Die stap zetten, van een multidisciplinaire naar een interdisciplinaire samenwerking, is niet makkelijk en heeft tijd nodig. Maar ik ben er van overtuigd dat de echte vernieuwing te realiseren is op het grensvlak tussen alfa-, bèta- en gammawetenschappen.’