showcase
Alleen samen sterk
Universitair docent Johanna Höffken van de Technische Universiteit Eindhoven is aanstekelijk enthousiast over verantwoord innoveren. Het is dan ook niet voor niets dat ze onlangs werd verkozen tot Docent van het jaar 2020. ‘Kijk om je heen naar de grote uitdagingen van deze tijd. Verantwoord innoveren is de meest veelbelovende route naar oplossingen.’
Jong MVI-lid Johanna Höffken is al sinds haar studententijd geïnteresseerd in de wederzijdse interactie tussen techniek en maatschappij, vertelt de van oorsprong Duitse onderzoekster in een bevlogen gesprek. ‘Na mijn studie International Relations aan de Universiteit van Dresden heb ik tijdens mijn tweede studie Science, Technology and Society (STS) aan de Universiteit Maastricht een meer normatief begrip ontwikkeld van de wisselwerking tussen wetenschap en technologie. Wie zegt er iets over een nieuwe ontwikkeling en wie hoor je dan juist niet? Welke ontwerpkeuzes worden gemaakt, op basis van welke aannames en interesses? En wat betekent dat voor de implementatie van zo’n innovatie? Dat vind ik mateloos interessant.’
Haar onderzoek draait om de inhoud van technologische innovaties en hoe die uitpakken in verschillende delen van de wereld. ‘Wie ontwerpt een innovatie en welke onderliggende ideeën liggen eraan ten grondslag? Wat betekent dat als je zo’n innovatie in een andere context gaat gebruiken? Daarbij heb ik een fascinatie voor de “global south”. Veel innovaties worden vanuit een westerse levenshouding ontworpen. De implementatie daarvan kan in een andere culturele of socio-economische context heel anders uitpakken dan waar in het ontwerp rekening mee was gehouden.’
Samenwerking met bedrijven
Daarbij werkt Höffken intensief samen met bedrijven. Hierbij vindt ze het belangrijk dat de rol van wetenschappers niet gereduceerd wordt tot die van uitvoerders van bedrijfsideeën en –agenda’s. ‘Maar bedrijven spelen wel een belangrijke rol bij innovaties. Als wetenschapper moet je daar niet vanaf de zijlijn kritiek op gaan geven. Alleen door samen te werken met die bedrijven kun je werkelijk verantwoorde innovaties mede mogelijk maken.’
Als voorbeeld noemt Höffken haar NWO MVI-project dat zich richtte op de implementatie van smart grids op het platteland van India. ‘In dat project werkten we onder andere samen met Rural Spark, een bedrijf dat zongebaseerde off-grid oplossingen aanbiedt. Wij hebben niet alleen gekeken wat voor businessmodellen je daarvoor zou kunnen gebruiken, maar ook wat de consequenties zijn van bepaalde ontwerpkeuzes voor het uiteindelijke gebruik.’ In India hebben zo’n 400 miljoen mensen, met name op het platteland, geen toegang tot elektriciteit. In het project stond een systeem centraal waarmee je thuis elektriciteit kunt opwekken met zonnepanelen. Die energie kun je vervolgens opslaan of delen met je buren. ‘Wij stellen vragen bij de implementatie en het ontwerp van de technologie. Begrijpt de ontwikkelaar de context? In India bestaan er bijvoorbeeld subsidies op kerosine, waardoor zonnepanelen helemaal niet zo gewild zijn. En wat is de handigste manier om zoiets te ontwerpen? Moet je kiezen voor een gesloten ontwerp, zoals Apple doet met zijn iPhones, of is het slimmer om modules aan te bieden die gebruikers naar believen aan elkaar kunnen koppelen?’
Verantwoord innoveren in educatie
Ook haar studenten brengt de gelauwerde docent in haar gewilde leerlijn ‘Responsible Innovation for the World’ al vroeg in contact met bedrijven. ‘Het is van belang hoe je dat hele idee van verantwoord innoveren brengt. Je moet aansluiten bij de belevingswereld van studenten. Maak het cool. Laat ze ervaren hoe leuk het is om te werken aan oplossingen die ook daadwerkelijk toegepast kunnen worden. Laat ze ervaren dat zij er toe doen. Centraal hierbij is het idee van wat Höffken “reflaction” noemt – het vinden van een balans tussen reflecteren over het idee, het probleem en mogelijke oplossingen (reflection) en er vervolgens er ook daadwerkelijk iets aan doen (action). ‘Studenten van nu willen iets betekenen voor de wereld. Die motivatie is een goede voedingsbodem om het zaadje van verantwoord innoveren in te planten. Ik probeer met mijn leerlijn dan ook een hele generatie studenten op te leiden die niet alleen naar technologische aspecten kijkt, maar ook sociale, ethische en economische componenten meeneemt in de besluitvorming.’
Niet naast, maar met elkaar
Interdisciplinariteit is het ideaal dat Höffken nastreeft, zowel in haar onderzoek als in haar onderwijs. ‘Verschillende disciplines moeten niet naast elkaar werken aan gelijksoortige vraagstukken, maar daadwerkelijk mèt elkaar werken aan een gezamenlijk vraagstuk. Om dat voor elkaar te krijgen heb je mensen nodig die partijen kunnen samenbrengen en verschillen kunnen overbruggen. Binnen Jong MVI adresseer ik onder meer via bijeenkomsten de vraag hoe je dat als MVI-onderzoeker kunt doen.’
Höffken gebruikt haar eigen motivatie en enthousiasme als effectief middel om verschillende partijen bij haar werk te betrekken. ‘Ik geloof tot in mijn tenen dat verantwoord innoveren zin heeft. Door samenwerking bereik je meer impact. De grote vragen van deze tijd kun je alleen niet oplossen. En dat vind ik in deze tijden van individualisme persoonlijk ook wel een mooi beeld.’
Dit artikel verscheen in de nieuwsbrief van het NWO-Platform voor Maatschappelijk verantwoord innoveren. Meer lezen? Abonneert u zich dan op deze digitale nieuwsbrief!