project
‘Zachte’ gevolgen van voedselinnovatie
Voedselinnovaties worden door consumenten vaak gewantrouwd. Hoe kunnen ontwikkelaars met hen een vruchtbare dialoog over ‘goed eten’ aangaan om te komen tot betere producten?
E-nummers en genetische modificatie roepen veel weerstand op bij consumenten. Ontwikkelaars uit de voedselindustrie reageren vaak met een stellingname: “het is echt niet slecht voor de gezondheid.” Consumenten voelen zich daardoor onbegrepen en een vruchtbare dialoog komt maar niet tot stand. Dit project onderzocht hoe deze dynamiek ontstaat én hoe je dan wel kunt komen tot meer onderling begrip over ‘goed eten.’ Het uiteindelijke doel: betere producten en verantwoorde voedselinnovaties.
Een belangrijk inzicht uit dit project is dat maatschappelijk verantwoord innoveren vaak gericht is op het reduceren van negatieve gevolgen voor bijvoorbeeld milieu, gezondheid en veiligheid. Daarbij gaat het om relatief ‘harde’ gevolgen.
In het geval van voedselinnovaties maken mensen zich echter vooral zorgen om heel andere ethische en maatschappelijke aspecten. Consumenten vinden bijvoorbeeld dat hun voedsel te weinig ‘natuurlijk’ is (denk aan genetisch gemodificeerd voedsel), of dat de voedselindustrie zorgt voor de teloorgang van onze eetcultuur (denk aan magnetronmaaltijden).
Techniekontwikkelaars weten vaak slecht raad met deze zorgen over de ‘zachte’ gevolgen van nieuwe levensmiddelen: te onzeker, te weinig kwantitatief, te omstreden, te subjectief en te veel een privéaangelegenheid.
Vraag dóór
Hoe kan het debat worden verbeterd, zodat de ‘zachte’ zorgen van mensen ook worden meegenomen? Een aanbeveling van de onderzoekers aan consumenten(organisaties) is om beter uit te leggen “waarom zachte zorgen (óók) relevant zijn voor harde kwesties.” Als mensen bijvoorbeeld meer tijd besteden aan koken en eten, leidt dat wellicht tot een gezondere leefstijl. En meer aandacht voor eten zou kunnen helpen om voedselverspilling tegen te gaan, wat weer goed is voor het milieu.
Voedseltechnologen wordt geadviseerd: “toon meer geduld en vraag dóór.” Wat bedoelen mensen nou eigenlijk echt als ze bijvoorbeeld zeggen dat genetisch gemodificeerd voedsel onnatuurlijk is? Doe dat niet af als romantische onzin waar jij je als innovator niet mee bezig hoeft te houden.
Ook voor partijen die een bemiddelende rol kunnen spelen, bijvoorbeeld beleidsmakers, hebben de onderzoekers een aantal tips, bijvoorbeeld: “voorkom dat zorgen (te snel) worden afgedaan als ‘subjectief’ of ‘individueel’”, en: “wees alert op claims van superieure kennis waardoor de gesprekspartner wordt gediskwalificeerd.” Kortom: denk na over wat voor de partijen in het debat belangrijk is en hoe ze willen worden benaderd.
Van keihard belang
De vraag wat ‘goed eten’ is, lijkt een privézaak. De vraag is echter van keihard belang, omdat voedselinnovaties aanleiding kunnen geven tot veel maatschappelijke onrust en uiteindelijk kunnen leiden tot kostbare mislukkingen.
De recente publieke discussies over e-nummers zijn een goed voorbeeld. Veel consumenten wantrouwen e-nummers, terwijl deze stoffen door de EU zijn goedgekeurd als veilig voor de gezondheid. De neiging van voedseltechnologen is om dat laatste keer op keer te benadrukken. Steeds meer voedselproducenten komen er echter achter dat dat niet helpt en gaan over tot het verwijderen van deze ingrediënten uit hun producten.
NWO-MVI aanpak
Het onderzoeksteam bestond uit twee hoogleraren levensmiddelentechnologie, een techniekfilosoof en een sociaal wetenschapper die onderzoek deed naar de percepties van stakeholders. Het team heeft gezamenlijk inzicht verworven in de interactie tussen technische kenmerken en de harde en zachte ethische en maatschappelijke aspecten van voedsel. De scenario’s werden bijvoorbeeld gebruikt als input voor workshops, waarin onderzoekers samen met mensen uit de praktijk meer inzicht verworven in maatschappelijk verantwoorde voedselinnovaties. Onder de deelnemers bevonden zich levensmiddelentechnologen, beleidsadviseurs, voorlichters, communicatieprofessionals, marketeers en andere voedselprofessionals.
Onderzoeker Dirk Haen was in 2012 lid van de Nationale DenkTank (thema "verduurzaming van de Nederlandse voedselketen"). Hij had zitting in de werkgroep "consument" en agendeerde vanuit die rol een aantal zachte zorgen rondom voeding, in het bijzonder over de vervreemding van hedendaagse consumenten ten opzichte van voedsel.
Andere sectoren
Inmiddels begint men ook in andere sectoren en op andere plekken meer aandacht te besteden aan ‘zachte gevolgen.’ Het Rathenau Instituut heeft dit type gevolgen bijvoorbeeld meegenomen in hun reflectie op zogenaamde ‘intieme technologieën’, ofwel nieuwe informatietechnologieën die mensen ‘dicht op de huid’ zit (Rathenau Instituut, Intieme technologie: de slag om ons lichaam en gedrag).
Official project title: