project
Eerlijke kwekersrechten in Afrika
Hoe een IE-benadering leidt tot eerlijke kwekersrechten in Sub-Sahara Afrika - zonder het dreigende verbod op het ruilen van zaadgoed.
De implementatie van Intellectuele Eigendomsrechten kan de commerciële zaadsector en gewasinnovatie in ontwikkelingslanden stimuleren. Maar het kan er ook toe leiden dat arme, kleine boeren niet langer toegang hebben tot zaadgoed. Dit project ontwierp een IE-benadering die eerlijk is voor alle belanghebbenden. Beleidsmakers, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties (waaronder boerenorganisaties, onderzoekers uit Sub-Sahara Afrika en Nederland) en relevante internationale organisaties waren bij het project betrokken.
Intellectuele Eigendomsrechten (IE) beogen innovatie te stimuleren door een exclusief recht op commerciële exploitatie te geven. IE-systemen worden steeds verder uitgebreid, zowel wat betreft het aantal landen als wat betreft de onderwerpen waarop deze rechten van toepassing zijn. Als IE-systemen effectief geïmplementeerd worden, zouden meer geavanceerde technologieën beschikbaar kunnen zijn voor ontwikkelingslanden. Dit roept echter ook de ethische vraag op wie er zal profiteren van de verschillende typen Intellectuele Eigendomsrechten en of de verdeling van kosten en baten rechtvaardig is.
Commerciële zaadsector
Dit project onderzocht de rol die Intellectuele Eigendomsrechten spelen in innovatiesystemen die bijdragen aan verbeterd zaadgoed in ontwikkelingslanden. Het onderzoeksteam heeft een IE-benadering uitgewerkt die
- gewasveredeling en de commerciële zaadsector stimuleert, maar ook
- kleine, arme boeren in ontwikkelingslanden de vrijheid geeft om zaadgoed van beschermde rassen onderling uit te wisselen en te verhandelen.
Er is gekeken naar de verschillende zaadsystemen voor commerciële gewassen en gewassen die bijdragen aan voedselzekerheid, en de rol die verschillende IE-systemen (patent, kwekersrechten) in dergelijke innovatiesystemen spelen. Hierbij is gebruik gemaakt van case studies en benaderingen die een sterke link met Nederland hebben, nl. pootaardappelen en het Integrated Seed Sector Development (ISSD) programma.
De uitkomsten van dit project zijn nuttig voor Afrikaanse landen die Intellectuele Eigendomsrechten willen introduceren of uitbreiden, en voor managers van kwekersorganisaties in Afrika en daarbuiten die de toegang van arme boeren tot hun innovatieve gewassen willen stimuleren.
Licentiestrategieën
Ook de licentiestrategieën van publieke onderzoeksinstellingen / octrooihouders in Kenya, Zuid-Afrika en Nederland zijn in dit project bestudeerd. In Kenya en Zuid-Afrika blijkt er relatief weinig kennis te zijn over licentiestrategieën voor humanitair gebruik, ze worden dan ook niet vaak toegepast. Deze licentiestrategieën kunnen onder meer worden gebruikt om de toegang tot beschermde innovaties in de zaadsector voor humanitaire doeleinden te stimuleren.
Succesvolle implementatie
Het onderwerp bleek zeer controversieel. Er zijn sterke meningsverschillen tussen voor- en tegenstanders van Intellectuele Eigendomsrechten op zaadgoed, en er is veel wederzijds onbegrip. Ook is de beleidsontwikkeling met betrekking tot de bescherming van Intellectueel Eigendom in veel landen erg gesloten. Het creëren van onderling begrip en acceptatie door middel van een proces met alle betrokkenen is een voorwaarde voor succesvolle implementatie van een efficiënt en evenwichtig systeem van Intellectueel Eigendomsrecht in ontwikkelingslanden. Het onderzoeksproject heeft hier door het organiseren van bijeenkomsten en het initiëren van samenwerkingsverbanden actief aan bijgedragen.
Huidige versus toekomstige impact
Een van de bevindingen van het project is dat de huidige impact van kwekersrechten op de toegankelijkheid van verbeterde plantenrassen voor kleine boeren in Sub-Sahara Afrika klein is. De redenen zijn dat:
- einig landen een werkend kwekersrechtsysteem hebben;
- relatief weinig kwekersrechten worden aangevraagd voor (niet-hybride) rassen van voedselgewassen;
- De handhaving van deze rechten ten opzichte van kleine boeren in de praktijk niet of nauwelijks plaatsvindt.
De potentiële toekomstige impact van kwekersrechten (en het octrooirecht) is echter zeer groot omdat:
- er in Sub-Sahara Afrika meerdere regionale organisaties (e.g. ARIPO, SADC) bezig zijn met de ontwikkeling en implementatie van een kwekersrechtsysteem conform UPOV-verdragen;
- dit systeem de uitwisseling en verkoop van bewaard zaadgoed grotendeels verbiedt; terwijl
- het overgrote deel van de kleine boeren in Sub-Sahara Afrika (en ontwikkelingslanden in het algemeen) daarvan afhankelijk is voor zaadgoed.