project
Duurzaam toerisme
Natuurbehoud hoeft niet ten koste te gaan van armoedebestrijding, duurzaam toerisme kan aan beide ten goede komen. Daarvan kan ook Europa leren.
Voor het opzetten van economisch succesvolle én maatschappelijk verantwoorde ecotoerismeprojecten, is goede en eerlijke samenwerking tussen toerisme ondernemers en lokale bevolking essentieel. Het project in Kenia laat zien dat een neutrale, betrouwbare bemiddelende organisatie kan helpen om deze samenwerking tot stand te brengen, vorm te geven en te ondersteunen. Mogelijk biedt dit ook een oplossing voor Europa’s brakke landbouwgronden.
Natuurbeschermingsorganisaties gebruiken toerisme steeds vaker als financieringsmechanisme. Om van dit toerisme een duurzame, maatschappelijk verantwoorde innovatie te maken is armoedebestrijding een belangrijk aandachtspunt. Natuurbehoud en armoedebestrijding zijn dan niet langer conflicterende doelen.
De African Wildlife Foundation (AWF) is één van de natuurbeschermingsorganisaties die deze marktbenadering hanteert in haar werk in Afrika. De AWF bemiddelt tussen lokale gemeenschappen die grondgebied in bezit hebben en commerciële partijen die met de lokale bevolking willen samenwerken om toeristen te laten genieten van de prachtige natuur en wilde dieren die Afrika te bieden heeft. In dit MVI-project stond deze unieke samenwerking als voorbeeld van een institutionele innovatie centraal.
Wat zijn de kansen en bedreigingen van deze marktgerichte benadering van natuurbescherming? Zijn de resulterende ecolodges daadwerkelijk ‘verantwoorde’ innovaties? Het onderzoek toonde aan dat de volgende aspecten een rol spelen bij de effectiviteit van samenwerking:
- Het democratische gehalte (worden de belangen van alle actoren voldoende gerepresenteerd in het samenwerkingsverband)
- Mate van transparantie (is het contract helder wat betreft taken en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen)
- Mate van betrokkenheid (zijn de actoren gecommitteerd aan de gemaakte afspraken)
- Mate van gelijkheid (worden kosten en opbrengsten van natuurbescherming op een acceptabele wijze verdeeld)
Om deze waarden te garanderen is de betrokkenheid van een neutrale en betrouwbare adviseur, bemiddelaar en scheidsrechter (zoals de AWF) erg belangrijk. Grote verschillen in kennis, ervaring en financiële positie tussen de commerciële partners en de lokale bevolking is daarbij een aandachtspunt voor de langere termijn.
Institutionele innovatie
De onderzoekers typeren de AWF als een institutioneel ondernemer. Door het opzetten van nieuwe samenwerkingsvormen tussen markpartijen en lokale bevolking en het ontwikkelen van nieuwe normen en waarden om deze samenwerking te reguleren doorbreekt de AWF de voorheen gescheiden ‘denkwijzen’ van de markt, ontwikkelings- en natuurbeschermingsorganisaties.
Een historische analyse liet zien dat dergelijke institutionele innovatietrajecten geen kwestie zijn van revolutionaire doorbraken, maar van incrementele veranderingen over een langere periode. Ontwikkelingen in het internationale debat over natuurbescherming en armoedebestrijding, alsook ervaringen “in het veld”; falende politieke - en marktinstituties; experimenten met nieuwe manieren van natuurbescherming binnen donorprojecten; en organisationele veranderingen zoals het aannemen van werknemers met een commerciële achtergrond zijn de drijvende krachten achter AWF’s innovatieproces geweest.
Wat kan Europa hiervan leren?
Is dit nu een vorm van innovatie die alleen in Afrika relevant is? Nee, legt MVI-onderzoeker René van der Duim uit in een artikel in dagblad Trouw. De instandhouding van Europese natuur is afhankelijk van rijkssubsidies en die staan onder druk. Bovendien komt er in Europa in de komende decennia een heleboel grond vrij waarop het met de moderne en intensieve landbouwmethoden niet langer rendabel is om te boeren. Het samenwerkingsinitiatief Rewilding Europe werkt er aan om in deze dunbevolkte gebieden nieuwe wilde natuur te creëren. Daarbij wil men graag leren van de ervaringen in Afrika met natuurtoerisme als financieringsmechanisme.
De resultaten van dit project zijn dus niet alleen interessant voor natuur- en ontwikkelingsorganisaties in Afrika. Ook voor verschillende andere partijen in Nederland en Europa geeft dit onderzoek aanknopingspunten om aan de slag te gaan. Zo heeft het Wereld Natuur Fonds interesse, maar ook Nederlandse touroperators en sociale investeerders.
Official project title: