project
Cyberbuddy als kindertelefoon 2.0
Pestgedrag via sociale media baart veel ouders zorgen, een innovatie als een cyberbuddy kan gepeste kinderen helpen.
Vier procent van de Nederlandse kinderen wordt via internet gepest, en dezelfde daders treiteren hen ook vaak in de echte wereld. Dat maakt het pesten grijpbaarder voor ouders en leerkrachten om actie te ondernemen. Om het digitale pesten het hoofd te bieden kan een ‘cyberbuddy’ mogelijk helpen door de gepeste kinderen sociale steun en advies te geven. In dit project is een prototype ontwikkeld en getest.
Wat is de beste manier om online pesten aan te pakken? Dit project heeft hiervoor een maatschappelijk verantwoorde innovatie ontwikkeld en getest: een ‘cyberbuddy’ ofwel een digitaal maatje, dat kan helpen door sociale steun en advies te bieden. In een focusgroepsessie met experts op het terrein van online pesten waren de deelnemers voorzichtig positief over de mogelijkheden om het digitale maatje daadwerkelijk in te zetten.
Zinnige gesprekken
De grote uitdaging voor het interdisciplinaire onderzoeksteam was hoe er voor te zorgen dat de ‘cyberbuddy’ zinnige gesprekken kan voeren met slachtoffers van online pesten. Om sociale steun te kunnen geven, is een in eerste instantie een combinatie gemaakt tussen een dialoogmodel en een emotioneel model:
- Het dialoogmodel bepaalt de voortgang van het gesprek – vraag en antwoord - en is gebaseerd op theorie over hoe menselijke adviseurs dergelijke gesprekken voeren. Het model is gevalideerd op basis van een analyse van de inhoud van chatgesprekken uit het archief van Pestweb.
- Het emotionele model van de buddy bepaalt de gezichtsuitdrukkingen van het maatje en de momenten waarop het maatje verbaal emotionele steun geeft (door sympathie te uiten, door een compliment te geven of door de gebruiker aan te moedigen).
Omdat het geen effect had wanneer de cyberbuddy emoties uitte, zijn deze twee modellen samen geïmplementeerd in één prototype met twee versies: een in programmeertaal GOAL - voor offline gebruik - en een webversie.
Extreme gevallen
Dit project voerde een onderzoek uit onder ruim 400 jongeren naar de relatie tussen online pesten, lichamelijke klachten en onderwijs prestaties. Dit liet zien dat online worden gepest, net als offline worden gepest, invloed kan hebben op het lichamelijk welzijn van kinderen.
Online pesten komt echter minder frequent voor en is vaak minder extreem van aard dan ouders vaak vrezen op basis van extreme gevallen die in het nieuws komen. Vier procent van de Nederlandse kinderen wordt via internet gepest.
Deze kinderen worden in de echte wereld vaak ook getreiterd worden door dezelfde daders. Dat maakt het makkelijker voor ouders en leerkrachten om actie te ondernemen dan bij een anonieme dader.
Geloofwaardige ‘cyberbuddy’
Gepeste kinderen kunnen, zo is het idee, hun verhaal kwijt aan de ‘cyberbuddy’. Dit digitale maatje zou bijvoorbeeld kunnen adviseren om hulp te zoeken bij een volwassene; een digitaal gesprek maakt de drempel wellicht lager om dat ook te doen. Ook zou het digitale maatje kunnen adviseren over hoe pesters te blokkeren binnen de betreffende site (zoals bijvoorbeeld Habbo Hotel).
Een grafisch bureau hielp de onderzoekers om het digitale maatje een geloofwaardig en leuk uiterlijk te geven, zo leggen de onderzoekers uit in een interview in het blad Delta van de TU Delft. Het is een stripfiguur-versie van een oude computer geworden, genaamd Robin, die er uitziet alsof hij wel wat afweet van de digitale wereld.
In een online experiment is tevens getest in hoeverre een cyberbuddy bijdraagt aan een gevoel van steun als de ‘cyberbuddy’ verbaal en non-verbaal emoties uit. Het bleek dat dit geen effect had. Dat wil zeggen dat het meest simpele systeem (zonder uiten van emoties) even goed werkt als het meest ingewikkelde systeem (met uiten van emoties).
Official project title: