project
Minder dierproeven, meer welzijn
Een alternatieve aanpak voor medische onderzoeksprojecten kan leiden tot minder dierproeven en tegelijkertijd tot meer opbrengsten voor gezondheid en welzijn.
Zowel in de politiek als in de sector ‘health en life sciences’ is er veel aandacht voor alternatieven voor dierproeven. Dit project stelt een nieuwe aanpak voor: het formuleren van ‘translationele strategieën’, ofwel manieren om van fundamenteel onderzoek naar concrete toepassingen in diagnose en behandeling te komen. Om de optimale onderzoeksstrategie te bepalen wordt in deze benadering de hele onderzoeksketen (inclusief dieren en mensen) bekeken en staat de gezondheidsvraag van de patiënt centraal.
Ondanks dat de inzet van dieren de afgelopen decennia heeft bijgedragen aan een beter inzicht in ziektes en aan de behandeling van diverse aandoeningen, blijft er discussie. Die draait om de vraag naar de ethische aanvaardbaarheid van de dierproeven, de betrouwbaarheid van de onderzoeksketen en de validiteit van de gebruikte diermodellen. Bij dat laatste gaat het om dieren die genetisch zodanig veranderd zijn dat ze symptomen van menselijke ziekten vertonen. De aanname is dat onderzoek op deze dieren dan inzichten oplevert die ook voor mensen relevant zijn.
Dit project onderzoekt een nieuwe aanpak, namelijk de ontwikkeling van translationele strategieën die bijdragen aan de effectiviteit en de ethische en maatschappelijke aanvaardbaarheid van gezondheidsinnovaties, inclusief het gebruik van dierproeven. Aan de hand van de twee cases – reuma (ofwel reumatoïde artritis) en taaislijmziekte (ofwel cystische fibrose) - verkent een interdisciplinair onderzoeksteam de mogelijkheden van goede translationele strategieën. Het doel is om:
- beter grip te krijgen op de institutionele en ethische problemen die er toe leiden dat innovaties op het gebied van dierproeven niet worden geïmplementeerd of niet leiden tot gezondheidswinst.
- concrete stappen te maken in het optimaliseren van (dier)onderzoek bij de twee cases.
- bouwstenen en “best practices” te formuleren voor het opzetten van translationele strategieën.
Het onderzoek wordt in nauw overleg met experts en stakeholders in het veld van dieronderzoek en medisch onderzoek uitgevoerd. De resultaten worden onder meer gebruikt voor het onderwijs en voor een bijdrage aan standaardprotocollen voor onderzoek en ethische toetsing.
Ethiek en onzekerheid
Dierproeven roepen continu ethische vragen op. In het ethische onderdeel van dit project staan twee vragen centraal:
- Wat betekent het voor de ethische afweging dat de uitkomsten van dierproeven lang niet altijd de gewenste resultaten voor menselijke gezondheid opleveren? Uitspraken over de onmisbaarheid of juist overbodigheid van dierproeven lijken soms alleen op feiten te zijn gebaseerd, maar zijn mede gebaseerd op ideeën over de (morele) waarde van dieren en (menselijke) gezondheid en wat goede wetenschap is. Dit vraagt om een analyse van die waarden.
- Hoe moeten we ethisch verantwoord omgaan met onzekerheid? De ethische afweging of dieren mogen worden gebruikt in onderzoek vindt altijd vooraf plaats. Dan is het echter nog onzeker in welke mate de dieren ongerief zullen hebben en wat de kans is dat het onderzoek zal slagen. Die onzekerheid kan weliswaar worden verkleind door een verbeterde proefopzet, maar nooit helemaal worden weggenomen.
Diermodellen
In het eerste jaar van het project zijn de onderzoekers twee systematische literatuurstudies gestart naar de stand van zaken met betrekking tot taaislijmziekte en reuma:
- Voor taaislijmziekte maken zij een overzicht van de beschikbare diermodellen. Exact 844 papers die een diermodel beschrijven worden samengevat.Dit overzicht helpt wetenschappers die een dierproef plannen om het meest geschikte diermodel voor hun vraagstelling te kiezen.
- Voor reuma wordt gekeken of de experimentele opzet van preklinische dierstudies vergelijkbaar is met klinisch onderzoek met patiënten. Daarbij staat de vraag centraal of de gezondsheidsverbeteringen die worden gevonden bij dierstudies wel vergelijkbaar zijn met de verbeteringen bij menselijke reumapatiënten. Bijna 700 wetenschappelijke artikelen worden hiertoe samengevat en vergeleken. Ongeveer 25 procent van de artikelen gaat over proefdieren en 75 procent van de artikelen richt zich op studies in mensen.
Deze twee studies hebben tevens tot het inzicht geleid dat systematische literatuurstudies op zichzelf een methode kunnen zijn om het gebruik van proefdieren te verminderen en/of efficiënter te maken.
animal testing, animal welfare, health, well-being, well-being, translational research, translational medicine, animal models, rheumatism, cystic fibrosis, translational strategy
Official project title: